Raamsdonk, St. Bavo

Hoofdorgel
Koororgel
Kerkgegevens

De St. Bavo te Raamsdonk stamt uit 1889 en is een schepping van de architect C. Weber uit Roermond, de stad die het befaamde geslacht van de bouwmeesters Cuypers heeft voortgebracht.

Weber had op het gebied van de kerkelijke bouwkunst in de tweede helft van de 19e eeuw een belangrijke naam. Hij is ongetwijfeld mede door Cuypers geïnspireerd. Aanvankelijk aanhanger van de neo-gotiek, bouwde  hij, na een gedegen studie van de Munsterkerk in zijn woonplaats, waarvan de oorspronkelijke bouw later door Dr. Pierre Cuypers uitbundig van torens is voorzien, in de  romano-gotische stijl. Alles bijeen heeft hij een dertigtal kerken ontworpen. In het Bossche bisdom heeft hij er meerdere nagelaten, alles daterend uit zijn tweede periode. Nog rijzen zij op: de St. Petrus in Vught, de kerken van Uden, Geldrop en Lierop en dan hier in Raamsdonk. Reeds op afstand trekt de forse koepel onweerstaanbaar het oog van wie het dorp nadert. Al die kerken drukken duidelijk het waarmerk van de bouwheer uit: zijn gevoel voor monumentaliteit.

De koepel van de St. Bavo is imposant, van dichtbij gezien, kan men soms de indruk krijgen, dat de kerk zucht onder de tors van het achtkantige gewelf. Onderpartij en koepelgewelf, waarop nog een negen meter hoog klokkentorentje zich verheft, bereiken in totaal een hoogte van drieënvijftig meter, typerend genoeg gelijk aan de lengte van de kerk. Zeer fraai van lijn zijn de rondingen van de oostgevel, die het koor als klaverblad omkransen.

Weber had in zijn concept van de westgevel twee torens opgenomen ter weerszijden van de hoofdingang, reikend tot aan de noklijn. Gebrek aan middelen heeft de uitvoering van die visie gedwarsboomd. Wel zijn beide torens gebouwd, doch jammer genoeg slechts tot muurhoogte. In de zuid-west toren bevindt zich nog een uurwerk uit 1894. Het is buiten gebruik, want in 1969 kreeg de koepel vier verlichte wijzerplaten, bediend door een electrische moederklok vanuit de sacristie.

Gaan we de kerk binnen vanuit de hoofdingang en betreden we het schip, dan wordt ons oog al meteen verassend getroffen: veel kleur en een transparante gloed. De romaanse vormgeving heeft hier een veel nadrukkelijker accent dan de kerk in haar buitenaanzicht biedt: rondbogen, de sterk gemarkeerde traveeën van het middenschip, verspringende steunmuren en zuilen met teerlingkapitelen. De toepassing van kleur geeft aan de massaliteit van steen een speelse beweging en verzacht de lijnen. De fraaie gebrandschilderde ramen, die het gehele kerkruim als het ware met een fleurige band omvlechten, roepen een sfeer op van intimiteit en warmte. Voor een deel zijn die ramen afkomstig uit het atelier van de bekende glazeniersfamilie Nicolas ( weer uit Roermond! ), deels vervaardigd door de meesterhand van Max Weiss.

Slechts een korte pelgrimage geeft de kerkbezoeker veel moois te zien. Het middenpad volgend in de richting van het altaar ontwaart hij boven in het schip aan weerszijden vier ramen, die een achttal aanroepingen van de H. Maagd uitbeelden, zoals die voorkomen in de Litanie van Maria. Zowel links als rechts in de zijgangen zijn glazen geplaatst van heiligen., waaronder St. Bavo, afgewisseld door verzinnebeeldingen van geloofwaardigheden als de geboorte, de kruisdood en de verrijzenis van Christus.

Als we bij de koepelruimte zijn aangekomen wordt onze blik als bijna vanzelf naar boven gestuwd. Hoog in het gewelf is God de Vader geschilderd, die genadig neerziet op zijn volk.

Waneer wij het gezicht weer neerwaarts wenden ontmoeten wij in de boog, die het vroegere priesterkoor van het schip afgrenst, het triomfkruis, op de uiteinden waarvan de symbolen van de vier Evangelisten zijn afgebeeld. Als wij onze ogen vervolgens laten dwalen over de zijkoepels vangen zij de ramen van de twaalf Apostelen.

Midden in de koepel staat het altaar, centrum van de eredienst. Het oorspronkelijke hoofdaltaar bevond zich achter in het koor, waar het destijds ook was bedoeld. Het is inmiddels verwijderd. Nieuwe liturgische opvattingen, tot ons gekomen uit het Tweede Vaticaans Concilie, vroegen om een nabijere verzameling van de gelovigen rond het altaar.

De bouw van de kerk leende zich er schitterend toe het hart van de eucharistieviering van het koor naar de middenruimte te verplaatsen. Daartoe werd de verhoging van het priesterkoor doorgetrokken tot onder de koepel. Op dat verhoog is in 1968 het huidige hoofdaltaar geplaatst, ontworpen door architect Loonen en de Benedictijn Pater Rahder. De voet van tufsteen draagt een blad van 2 x 2 meter. Rondom die offertafel houden vier heiligen de wacht: St. Franciscus, St. Bernardus, St. Antonius en – hoe zou dat hier anders kunnen,- St. Bavo. Deze beeltenissen dateren alle uit 1892/93. In de hoek van het nieuw-uitgelegde priesterkoor, links achter, staat het tabernakel opgesteld, afkomstig uit het oude hoofdaltaar.

De kerk heeft nog drie kleinere altaren. In de zijkoepel rechts staat het devotie-altaar van O. L. Vrouw van Altijddurende Bijstand. Het dateert uit 1949 en is eveneens een concept van pater Rahder. De Benedictijner Broeder Jean Marie vervaardigde het bijbehorende schilderij. Voorts treffen wij ter weerszijden van het oude priesterkoor beide zij-altaren aan. Het rechtse, toegewijd aan de H. Familie, stamt uit 1890 en is ontworpen door de bouwheer van de kerk, Weber. Het altaar links is uit hetzelfde jaar en aan O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen toegewijd.

Onze stille tocht eindigt in het koor en de absis. In de verbindingsstukken, die koepelpartij en koor aaneenvoegen, zijn rozetvensters aangebracht. Het rechter stelt de H. Willibrordus voor, dat ter andere zijde beeldt de H. Paulus uit. Bovenin het priesterkoor stralen de ramen van Max Weiss. Zij verzinnebeelden de geboorte van Christus. In de ronding van de absis zijn tenslotte vier ramen gevat, die musicerende, zingende en wierook-offerende engelen tot uitdrukking brengen.

Helaas worden deze ramen grotendeels aan het oog onttrokken door de plaatsing van een koororgel in de absis, gebouwd door de firma Verschueren te Heythuysen.

Op het oksaal boven de hoofdingang staat het uit 1930 daterende orgel, gebouwd door de fa. Pels uit Alkmaar.

Als gevolg van de gemeentelijke herindeling vormen Raamsdonk, Raamsdonksveer en Geertruidenberg vanaf 1januari 1997 de nieuwe gemeente Geertruidenberg .

Bronnen:

  1. Boekje "Uw kerkepad voert vandaag naar Raamsdonk" , geschreven door J. van Son, augustus 1985.

  2. Wijzigingen april 2002 van Th van Dijck.

  3. Eigen waarneming d.d. 25 juni 2002.

Hoofdorgel
Koororgel
Kerkgegevens