Grote of St. Janskerk

Hoofdorgel
Koororgel
Kerkgegevens
Kerkrestauratie-exterieur
Kerkrestauratie-interieur

Deze prachtige driebeukige hallenkerk werd gebouwd op een de plaats waar eerder in 1262 een kleine kerk heeft gestaan.

Met de  bouw van deze grotere kerk werd omstreeks 1335 begonnen.

In 1425 bestond dit gebouw uit het huidige middenschip met het vijfhoekig gesloten hoogkoor, het rechthoekig gesloten noord-of vrouwenkoor, de toren en een zuidkoor, voorloper van het huidige koor.

Het was deze kerk, die in het zelfde jaar door Zweder van Kuilenburg, elect van Utrecht, werd gewijd aan Johannes de Doper.

De grote stadsbrand van 1428 vernielde ook de kerk. Het herstel betekende tevens de vergroting van de kerk. Zo bouwde men er bij de noorderzijbeuk annex kapel, de huidige waag. In 1434 verrees de Lidwinakapel tegen de zuidmuur van het huidige middenschip. De fundering is in de kerkvloer aangegeven.De verering van Lidwina heeft mogelijk de stoot gegeven tot de bouw van de zuiderzijbeuk omstreeks 1480, en tot de wederopbouw van het verwoeste zuidkoor omstreeks 1500. Dit koor is duidelijk uit geringe middelen bekostigd, gezien het feit, dat de muur tussen het koor en het hoogkoor niet is vervangen door kolommen: men heeft volstaan met het weghakken van het metselwerk onder de ramen en heeft de buitenmuur met steunberen gehandhaafd. Omstreeks dezelfde tijd moet de kapel zijn gebouwd, die loodrecht staat op de kerk en thans dienst doet als consistoriekamer. Ook de zogenaamde gerfkamer, gebouwd tegen de oostmuur van het noordkoor, oorspronkelijk mogelijk een grafkapel, dateert uit dezelfde tijd.

Fraai detail van het gerestaureerde oogstbordAndere ruimten waren de kapel, gebouwd tegen de zuidmuur van de toren, vermoedelijk gefungeerd hebbend als doopkapel, en de achthoekige ruimte, gebouwd aan de noordzijde van de huidige waag, mogelijk gefungeerd hebbend als de uit de bronnen bekende Jeruzalemskapel. Deze beide ruimten zijn inmiddels afgebroken.

Wanneer is onbekend, maar in elk geval na de overname van de kerk door de hervormden. Sedert omstreeks 1500 heeft de kerk dus haar huidige gedaante, zijnde een driebeukige hallekerk met een toren van het Utrechtse type. In de toren waren twee luidklokken, respectievelijk uit de jaren 1455 en 1519. In 1710 is er nog een derde luidklok bijgekomen.

In de toren hangt nu een deels uit 1786 daterend carillon,bestaande uit 38 klokken, gemaakt door Josephus van den Gheyn.

De toren is tot de omloop 46 meter en tot het kruis(nu de haan) 54 meter hoog.Als men via de torentrap 202 treden naar boven gaat is men op de omloop, waarbij na 150 treden de klokkenzolder werd gepasseerd en vanaf de omloop heeft men een prachtig uitzicht over de oude binnenstad en de daaromheen liggende wijken.

 

De voormalige Waag is in 1990 gerestaureerd en biedt thans huisvesting aan het kerkelijk bureau van de Hervormde Gemeente.

Het interieur van de kerk is fraai te noemen, rustgevend , sober en interessant om te bezichtigen.

De kansel uit ca. 1550 is fraai bewerkt. Op de zijpanelen zijn in perspectief de vier evangelisten, met hun emblemen gesneden. Het hoofdpaneel geeft Christus weer als de Goede Herder, het verloren schaap op zijn schouders. Zijn in de gewelfnisjes van de evangelistenpanelen sybillen of krijgsheren afgebeeld, op het hoofdpaneel wordt Christus geflankeerd door een mannetje met een houten been en een orgeldraaier. De Bijbel wordt gedragen door een gedreven koperen lezenaar(1677). Op het klankbord (1948) is enig beeldhouwwerk geplaatst, afkomstig van de luifel van de voormalige regeringsbank.

Rondom de kansel staat het verminkte doophek (1642) met de koperen doopboog, voorstellend dolfijnen.

De bronzen doopvont (1949) verbeeldt de zondeval. Het zilveren doopbekken (1758) wordt bij de bediening van het sacrament in de vont geplaatst.

Bij het bekken behoort een sierlijke zilveren doopkan. Beide zijn een geschenk van het voormalige Opredersgilde.

Verder te noemen zijn de armverzorgingsbank met het jaartal 1596, de herenbanken (ca 1780), de regeringsbank uit 1782 en de notabelenbank.

In de kerkvloer bevinden zich talrijke grafzerken, o.a. die van Fabri (1564), Van Smalevelt, Gordon, Pichot, Henrick Florisz (1520). In de zuiderzijbeuk liggen vele zerken van Schiedamse families. In de noordmuur van het vrouwekoor is de rood-zandstenen zerk geplaatst, die in 1948 is gevonden in het graf van Lidwina.

Na de restauratie in 1948 is de kerk verrijkt met enige gebrandschilderde ramen van Marius Richters. De vijf ramen zijn gegroepeerd om Christus als het Lam Gods, links en rechts geflankeerd door de vier Evangelisten. Op de beide uiterste ramen staan Mozes en Elia (links) en Jesaja en Jeremia (rechts). Boven het Lam staat Johannes de Doper, aan wie eens deze kerk is gewijd geweest.

 

 

 

 

 

 

Bezienswaardig is nog de consistoriekamer met zijn goudleren behang en plafondschildering (18e eeuws).

De kerk bezit drie tekstborden (1600, 1617, 1619), die geschonken zijn door de gilden.

De avondmaalbekers (1648) werden geschonken door het St. Nicolaasgilde.

In het voorjaar van 2001 is men begonnen aan een omvangrijke restauratie van het kerkgebouw.De boktor had flink huis gehouden in het monumentale gebouw, waardoor een zeer grondig herstel een aanvang nam. De kerk werd gesloten en tevens werden meerdere werkzaamheden verricht en vinden allerlei vernieuwingen plaats zoals dakbedekking, nieuwe goten, leidingen, herstel van voegen aan de buitenmuren, glas in lood-ramen.

De kerk heeft in 2002 zowel binnen als buiten in de stellingen gestaan en dank zij een grote bijdrage van het rijk zal dit miljoenen kostende herstel er toe leiden dat voor de komende decennia het gebouw voor ernstige bouwtechnische problemen behoed zal zijn.

Men hoopt in het najaar van 2002 de restauratie tot een goed einde te hebben gebracht, zodat er weer kerkdiensten en andere culturele manifestaties kunnen plaats vinden.

Ook kan er weer een aanvang gemaakt worden met de bekende zaterdagmiddag-inloopconcerten met koorzang, orgelconcerten enz.

Ook het carillon is uit de toren gehaald en zal na een grote revisie binnen afzienbare tijd zijn klanken weer over de stad laten horen.

Het is de moeite waard om de de oude historische binnenstad eens te bekijken en ik nodig U dan tevens uit om de monumentale Grote of St. Janskerk met een bezoek te vereren, daar zult U geen spijt van krijgen.

Hoofdorgel
Koororgel
Kerkgegevens
Kerkrestauratie-exterieur
Kerkrestauratie-interieur